Opstaan en zitten

Technische aanwijzingen:

Opstaan:

  1. Voorbereiding: Schuif jezelf naar voren op de stoel, zodat je bijna aan de rand zit.
  2. Voeten: Plaats je voeten stevig op de grond, heupbreedte uit elkaar.
  3. Kernspanning: Span je buikspieren lichtjes aan voor stabiliteit.
  4. Handen: Plaats je handen op de armleuningen of de zijkanten van de stoel om ondersteuning te bieden.
  5. Knieën: Duw met je handen op de armleuningen en duw jezelf omhoog met behulp van je beenspieren.
  6. Rechtop staan: Sta langzaam op met rechte rug en gebruik je beenspieren om je op te richten.

Zitten:

  1. Voeten: Begin met je knieën tegen de rand van de stoel en plaats je voeten plat op de grond.
  2. Kernspanning: Span je buikspieren lichtjes aan terwijl je gaat zitten om je lichaam te ondersteunen.
  3. Zachtjes zakken: Buig je knieën en heupen terwijl je zachtjes naar beneden gaat. Houd je rug recht.\
  4. Gecontroleerd: Laat jezelf langzaam en gecontroleerd in de stoel zakken.
  5. Stabiliteit: Gebruik de armleuningen als ondersteuning bij het zitten en opstaan, indien mogelijk.
  6. Voorkom storten: Vermijd plotseling neerploffen in de stoel, omdat dit belastend kan zijn voor je rug.
  7. Hulp: Als je extra hulp nodig hebt, overweeg dan gebruik te maken van een stabiel oppervlak of ondersteuningsmiddelen.

Onthoud dat deze bewegingen veilig en zonder pijn moeten zijn.