Fietsen

Technische aanwijzingen:

  1. Ondersteunende ondergrond: Voer de oefening uit op een zachte, vlakke ondergrond, zoals een yogamat, om comfortabel te liggen.
  2. Startpositie: Ga op je rug liggen en plaats je handen onder je billen voor ondersteuning. Til je benen op zodat ze loodrecht op de grond staan.
  3. Houding: Strek je benen volledig en houd je knieën niet gebogen. Houd je onderrug plat tegen de grond om overmatige druk te voorkomen.
  4. Fietsbeweging: Buig één knie terwijl je het andere been gestrekt houdt en beweeg je voeten alsof je fietst. Wissel af tussen je benen alsof je trapt.
  5. Coördinatie: Coördineer de beweging van je armen met je benen zoals je zou doen tijdens het fietsen. Bijvoorbeeld, als je rechterknie omhoog gaat, breng dan je linkerschouder naar voren.
  6. Ademhaling: Adem natuurlijk terwijl je de oefening doet. Een rustige en gelijkmatige ademhaling helpt je ontspannen te blijven.
  7. Focus op kernspieren: Span je buikspieren aan terwijl je fietst om je kern te versterken en je onderrug te beschermen.
  8. Niet forceren: Voorkom overmatige snelheid of spanning. Voer de beweging uit binnen je comfortzone.
  9. Luister naar je lichaam: Stop bij pijn, ongemak of vermoeidheid. Dit is een inspannende oefening die tijd nodig heeft om op te bouwen.
  10. Cooling-down: Na de oefening, rek je je beenspieren lichtjes om eventuele spanning te verminderen.
  11. Regelmaat: Voer de oefening regelmatig uit om kracht en uithoudingsvermogen op te bouwen.